ALM en Multiple Device Profiles
Een device profile bestaat uit een set attributen (services en/of features) die bij een specifiek type toestel horen. Een device profile bestaat uit een naam, beschrijving, phone template, aanvullende modules, softkey templates, feature instellingen, multilevel voorkeurinstellingen (MLPP), telefoonnummers, diensten en sneltoetsen.
U kunt een device profile aan een gebruiker toewijzen. Dat device profile wordt vervolgens ingeladen als het standaard login device profile van een toestel zodra de gebruiker via ALM automatisch op dat toestel inlogt.
Er kunnen meerdere device profiles zijn gekoppeld aan één gebruiker, bijvoorbeeld omdat hij kan inloggen op verschillende toesteltypes, op verschillende locaties werkt of omdat hij verschillende verkeersklassen of features kan gebruiken. In dat geval laat ALM u het voorkeursprofiel instellen afhankelijk van het type telefoon dat is gedetecteerd, of de eindgebruiker krijgt een keuzemenu met mogelijke profielen. De gebruiker hoeft dus geen cijfers te kiezen of door het telefoon menu te navigeren en logt eenvoudig in.
Voorbeelden wanneer meerdere profielen worden gebruikt:
- een gebruiker die op meerdere toesteltypes inlogt
- twee gebruikers die één desktop telefoon delen
- Een gebruiker die op meerdere locaties werkt
ALM Pro:
ALM Pro+:
ALM Express:
Probeer ALM single sign-on
ALM Pro trial
ALM Pro
|
ALM Express
|
|
Single-Sign-On voor Cisco Extension Mobility | ||
Unified Communications Manager Express | ||
Persoonlijke instellingen | ||
Cisco Unified Communications Manager | ||
Support voor meerdere Device Profiles | ||
Active Directory integratie | ||
Terminal Server / Remote Desktop | ||
Microsoft Office Communicator (OCS) | ||
CITRIX / VMWare en VDI support | ||
Cisco Unified Presence (Jabber) support | ||
Gescheiden VOICE en DATA netwerken | ||
Uitgebreide management rapportage opties | ||
Instellingen per gebruiker / groep | ||
Centrale administratie via web-interface | ||
Licentie management |